Beheerder van deze site
F.H. Breukelman,
Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling: De “entmythologisierende” weergave van de begrippen “benauwen” en “bevrijden”, 8-37.
André Chouraqui,
Traduire la Bible, 38-48.
Aleida G. van Daalen,
“Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft”: 3. “Elisa en de Sunamitische” in II Koningen 8: 7- 15, 49-61.
K.A. Deurloo,
De koning hoort naar de Tora (II Kon. 22 en 23), 62-70.
Jonathan Magonet,
Isaiah 2:1-4:6: Some poetic structures and tactics, 71-85.
Ben Hemelsoet,
Jesus en Jerusalem: Niet gescheiden, niet gedeeld, 86-98.
H. Rooze,
“Opdat onthuld worden de overleggingen uit de harten van velen”: (over Luc 2,35b in de kontekst van het gehele evangelie naar Lucas), 99-106.
Rochus Zuurmond,
Het oordeel over Kain in de oud-joodse traditie, 107-116.
Albert van der Heide,
PaRDeS: Over de theorie van de viervoudige schriftzin in de middeleeuws joodse exegese, 117-165.
Everett Fox,
A Buber-Rosenzweig Bible in English, 8-22.
K.A. Deurloo,
Bubers laatste correcties, 23-25.
W. van der Spek,
De zonen van Noach: Een exegese van Genesis 9:18-28, 26-34.
K.A. Deurloo,
De naam en de namen (Gen. 32:23-33), 35-39.
Aleida G. van Daalen,
‘Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft’: De compositie van de verhalen over Elisa en de Sunamitische, en hun samenhang. 2. De opbouw van II Koningen 4:12-17 en 25-28 en hun onderlinge samenhang, 41-49.
K.A.D. Smelik,
“Zeg toch tot Hizkia:: Een voorbeeld van profetische geschiedschrijving, 50-67.
Martin Kessler,
From Drought to Exile: Jeremiah 14:1-15:4, 68-85.
Ben Hemelsoet,
De goede wijn ten laatste: Een wijze van lezen van Joh. 2:1-12, 86-93.
R. Zuurmond,
Geen plaats in de herberg: Tekstgeschiedenis en exegese van Lucas 2:7b, 94-130.
F.H. Breukelman,
Het verhaal over de zonen Gods die zich de dochters des mensen tot vrouw namen, 9-21.
K.A. Deurloo,
Het graf van Sara, 22-32.
M.A Beek,
Jozua, de Redder, 33-41.
K.A.D. Smelik,
De ark in het Filistijnse land, 42-50.
Aleida G. van Daalen,
“Vertel mij toch al het grote dat Elisa gedaan heeft”: Onderzoek naar de compositie van II Kon 8:1-6 en 4:8-37, 51-61.
G.H. Cohen,
The names in the Book of Ruth, 62-75.
C.J. den Heyer,
Marcus 1,1-15 – De proloog van het Markus-evangelie, 76-84.
Ben Hemelsoet,
“Gezegend hij die komt, de koning, in de naam des Heren”: Rondom Lucas 14,1-6, 85-95.
Rochus Zuurmond,
Algemene openbaring bij Paulus? Een poging tot theologische exegese van Romeinen 1:18-21, 96-101.
F.J. Hoogewoud,
Stap voor stap: Een kroniek bij ‘ Een vertaling om voor te lezen’ (NBG/KBS), 102-115.
Maria de Groot ,
Twintig stellingen, 116-121.