Wat is bijbelse theologie anders dan beschrijven hoe in de Bijbel over God gesproken wordt? Geheel in de traditie van de zogenaamde ‘Amsterdamse School’ wordt in deze bundel opstellen de tekst zoveel mogelijk zelf aan het woord gelaten. Vanaf de Tora, via de Profeten en Geschriften, de evangeliën en de brieven, tot en met het boek Openbaring worden de boeken van de Bijbel op hun ‘theologie’ bevraagd. Dat gebeurt door collega’s van Joep Dubbink, die daarmee hun waardering uitspreken voor de manier waarop hij bijbelse theologie bedrijft in zijn functies als bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Bijbelse Theologie’ namens de Dirk Monshouwerstichting aan de Vrije Universiteit en daarnaast als predikant. Dat levert een bont palet op. Niet alleen omdat de Bijbel in veel opzichten meerstemmig is, maar ook omdat het onderwerp vanuit verschillende perspectieven wordt benaderd. Sommige auteurs kleuren buiten de door de redactie getrokken lijntjes. Wat hen allen verbindt is het enthousiasme voor de bijbelse teksten als bron van inspiratie in kerk en academie.
Dit cahier staat onder redactie van Nico Riemersma, Klaas Spronk, Gerben Westra en Piet van Midden en bevat bijdragen van Janet Dyk, Eleonora Hof, Robin ten Hoopen, Axel Rooze, Piet van Midden, Petr Sláma, Rinse Reeling Brouwer, Victor Ber, Mart Jan Luteijn, Eep Talstra, Eveline van Staalduine-Sulman, Uwe Bauer, Nico Riemersma, Willien van Wieringen, Archibald van Wieringen, Jaap Dekker, Edgar Kellenberger, Gert Kwakkel, Willem van Peursen, Bob Becking, Bernd Diebner, Klaas Spronk, Adri van der Wal, Klaas Smelik, Panc Beentjes, Peter-Ben Smit, Leen de Ronde, Arie Zwiep, Doddy van Leeuwen-Assink, Jesse de Bruin, Bert Jan Lietaert Peerbolte en Klaas Holwerda.
INHOUDSOPGAVE
Nico Riemersma, Klaas Spronk, Gerben Westra, Piet van Midden,
Woord vooraf, ix
Janet Dyk,
What does God do? Verbs occurring with a Name of God as Subject in the Hebrew Bible, 1
Eleonora Hof,
Genderinclusief bijbelvertalen: Een update met agenda van het gesprek over de Godsnaam en eerbiedskapitalen, 19
Robin ten Hoopen,
De God van P en de God van niet-P in de oergeschiedenis (Gen 1-11), 31
Axel Rooze,
Abraham the Priest: A Theological Taxonomy of Abraham’s Intervention for Sodom in Genesis 18, 43
Piet van Midden,
Een psalmvers op een sterfbed – Genesis 49:18, 55
Petr Sláma,
Moses’ Water Stunts: Two Observations on the Language Puns in Exod 2:10 and 15:22-27, 61
Rinse Reeling Brouwer,
Waarom een systematisch theoloog de bijbelse theologie nodig heeft? Een bespreking van de wijze waarop Katherine Sonderegger in Systematic Theology II het boek Leviticus (9:24) tot uitgangspunt neemt voor de behandeling van de processies in de drie-enige God, 71
Victor Ber,
God in the Book of Numbers: Rationality and the Power to Forgive, 81
Mart Jan Luteijn,
A Theological Substructure in an Old Testament Law? The Relevance of the Reception History of the Cities of Refuge (Num 35 and Deut 19), 93
Eep Talstra,
Wie zegt ‘ik’, als God ‘ik’ zegt: God in Deuteronomium 32, 103
Eveline van Staalduine-Sulman,
The Role of God in Ancient Retellings of the Story of David and Goliath (1 Sam 17), 115
Uwe Bauer,
Gott und Elischa: Ein dynamisches Verhältnis non Nähe und Distanz, 125
Nico Riemersma,
Wie is Jhwh? Wie is God? Een bijbels-theologische kijk op 2 Koningen 4:8-37, 137
Willien van Wieringen,
Genderbending met Hooglied, 151
Archibald van Wieringen
Spreekt de Heer in Jesaja 1:2-31? Een communicatieve analyse, 161
Jaap Dekker,
Gods rol in de verharding van Israël: Morele en theologische vragen bij Jesaja’s verhardingsopdracht, 171
Edgar Kellenberger,
Ezechiels extreme Gotteserfahrung: Gleichzeitig eine Auseinandersetzung mit Ruth Posers Das Ezechielbuch als Trauma-Literatur, 183
Gert Kwakkel,
Jhwh als roofdier in Hosea 5:14 en 13:7-8, 19
Willem van Peursen,
God in the Book of Joel, 205
Bob Becking,
God Talk in the Book of Amos, 217
Bernd Diebner,
Gottes Gespräche mit dem Propheten Jona, 231
Klaas Spronk,
Hoe God aan het woord komt in het boek Nahum, 237
Adri van der Wal,
Habakuks Godsbeeld: Van vraagteken naar uitroepteken, 247
Klaas Smelik,
God in het bijbelboek Prediker, 257
Panc Beentjes,
Gods barmhartigheid: Jezus Sirach 5:1-8 en 16:11-14, 269
Peter-Ben Smit,
God als gebeuren in het Evangelie volgens Marcus, 279
Leen de Ronde,
Psalm 23 als klankbodem in het Marcusevangelie, 291
Arie Zwiep,
Van God, Jezus en de spoedige komst van Gods koninkrijk gesproken: Een drietal ‘probleemteksten’ opnieuw bezien (Luc 11:20; 17:20-21; Hand 1:6), 303
Doddy van Leeuwen-Assink,
Hoe laat de evangelist Johannes in de ‘Ik ben’- woorden zien wie God is?, 313
Jesse de Bruin,
Niet de keizer, maar Christus: De verhouding tussen God en mens in de Brief aan de Filippenzen, 325
Bert Jan Lietaert Peerbolte,
De God van de Openbaring van Johannes, 335
Klaas Holwerda,
God in ensembles van schriftlezingen, 347
Nico Riemersma,
Bibliografie van prof. dr. Joep Dubbink, 359
Personalia, 369
Tabula Gratulatorum, 373
Analyse van de figuur van het pars pro toto in het werk van F.H. Breukelman en uitwerking aan de hand van de teksten over de knecht van JHWH in Jesaja. Een bijbels-theologisch onderzoek.
Frans Breukelman (1916-1993) liet zien dat een terugkerend motief in het boek Genesis is dat de hoofdpersoon in het verhaal steeds het geheel representeert: die ene staat pars pro toto. Volgens hem is het bovendien een sleutelbegrip voor de bijbelse theologie als geheel.
In deze studie onderwerpt Marco Visser deze gedachte aan een diepgravend onderzoek. Hij begint met een bespreking van de term pars pro toto en van de verwante begrippen representatie en plaatsvervanging in taalwetenschap, filosofie en theologie. Daarbij gaat hij in gesprek met onder andere Dorothee Sölle en René Girard. Vervolgens geeft hij een uitvoerige beschrijving en evaluatie van het pars pro toto in het werk van Breukelman. De proef op de som is de toepassing van de figuur van het pars pro toto op de knecht van JHWH zoals die beschreven wordt in het boek Jesaja. Hij laat zien dat daarmee een nieuw perspectief geopend wordt in de langlopende exegetische discussie over de aard en de identiteit van de knecht.
Tenslotte betoogt Visser dat de lees- en denkwijze van het pars pro toto een waardevolle inbreng is in het bredere debat over de vraag hoe Bijbelteksten gelezen kunnen worden: het particuliere van de tekst draagt het universele in zich en raakt zo ook de lezer tot op vandaag.
A Study of Roles and Function of Jeremianic Female Imagery, dissertation by M. La Rip
In these times, when the reading of sacred texts leads in all possible ways to excluding, not welcoming, and even killing the other, the urgency of finding ways in which the reading of Sacred Scripture contributes to peace, as the acceptance of the presence of the other, is unprecedented. In his fine dissertation dr. M. La Rip shows us the way. La Rip realized his innovative research in the extremely complex tribal and multireligious context of Myanmar. The central research question of the dissertation has been very much related to this context: to what extent can an exchange between an exegetical approach and an intertribal reading of the same biblical texts (of Jeremiah) be mutually enriching and contribute to processes of bridging tribal divides and to more hermeneutical competence?
The study consists of two parts. In the first part, several examples of female imagery in the book of Jeremiah are analyzed through a variety of exegetical methods. Active, but also passive representations of roles and functions of women such as Judah, Israel and Jerusalem become apparent. Some of these representations belong to a genre that has been called ‘prophetic pornography’.
Whereas the first part of the dissertation consists of a thorough exegetical approach, the second part of the study is empirically oriented. Now intertribal reading is practiced. Almost hundred ordinary readers from twelve different Myanmar ethnic groups and different social-political-cultural backgrounds are invited to read the same texts that were analyzed in the first part and start dialoguing with a partner group about their meaning and significance. Here a fascinating process develops in which important changes of perspective occur: of the meaning of the texts, but also, and perhaps in the first place, of the perception of the other readers, of the other tribe. Vague ideas about the context of the others are replaced by knowledge; prejudices by comprehension.
lt is amazing to see how the old, and sometimes difficult texts start to speak to the lives of these readers and enable bridging tribal divides. The cry of Rachel for her missing children becomes their own cry. The fact that Yahweh is also depicted as a compassionate mother invites readers to a new praxis, to establish a new relationship with the other, from other tribes.
The hermeneutical context of Myanmar is not unique. We find hermeneutical tribalism all over the world. It is therefore that La Rip’s book is so important. He teaches us how to do it, how to practice intertribal hermeneutics, how to bridge divides. He teaches us that the encounter with other readers is more than an exotic event, that it can be an epiphanic moment. This is what La Rip has given us: a real, new, and important contribution to intertribal hermeneutics.
Meeting One God in Many Texts. Festschrift for Eric Peels of the Occasion of his 25th Jubilee as Professor of Old Testament Studies
(ed. J. Dekker, G. Kwakkel)
Twenty-five years ago, on january 13, 1993, Eric Peels (1956) inagurated as professor of Old Testament Studies at the Theological University of Apeldoorn. To celebrate this anniversary, colleagues and friends offer him this Festschrift. In discussions on difficult biblical texts concerning the ‘shadow sides’ to the Old Testament revelation of God, Eric Peels has always recommended to respect the transmitted texts of the Bible and to listen for a longer period of time instead of drawing smooth conclusins distancing oneself from the texts. This Festschrift comprises twenty-eight articles from Bible scholars as systematic theologians, specialists in Semitic languages and Assyriology, and a philosopher, who all follow this advice or interact with it. The topics adressed in the articles all relate to the them of the research program of the section ‘Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) of the Apeldoorn and Kampen theological universities: ‘Who is Like You Among the Gods? The One and Three in a Pluralistic Context’.
(ed. F.J. Hoogewoud, P.J. van Midden, K. Spronk)
Deze bundel neemt u mee in vijfenvijftig jaar Societas Hebraica Amstelodamensis. De SHA ontstond door toedoen van M.A. Beek, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, voor allen die ‘in vuur en vlam zouden staan’ voor en door de Hebreeuwse Bijbel. De SHA is niet opgericht maar ‘geboren’ en het karakteristieke DNA is nog steeds de liefde voor de Biblia Hebraica, voor de taal en de adem van de tekst, voor de theologische lijnen die zich in en na nauwkeurige studie laten tekenen. De tekst, en niets anders dan de tekst was en is – zij het ook anders dan vroeger – het uitgangspunt. De karakteristieken van de SHA zijn nog steeds herkenbaar. De Amsterdamse Cahiers illustreren die ontwikkelingsgang. In dit volume vindt u de geschiedenis van de SHA geschetst aan de hand van typerende bijdragen van haar vijf voorzitters. Verder geschiedschrijving, en – heel handzaam – de titel van alle bijdragen van de leden door de jaren heen; en ook de index van eenendertig reguliere ACEBTs en vijftien delen uit de Supplement Serie, met tekstverwijzingen.
Een exegetisch-hermeneutische studie naar de dodenopwekking in Lucas 7,11-17 in relatie tot 1 Koningen 17,17-24 en Vita Apolloni IV,45, dissertatie door Nico Riemersma
In deze studie staat het wonder centraal, in concreto het wonder van de opwekking van een dode jonge man, de enige zoon van een weduwe, door Jezus in de Galilese stad Naïn (Lucas 7,11-17). Het is een lastig genre, het wonderverhaal, waar velen moeilijk mee uit de voeten kunnen. Dat geldt in bijzondere mate voor wonderverhalen over dodenopwekkingen. Het probleem zit – simpel gezegd – in het gegeven dat wonderverhalen vertellen van gebeurtenissen die menselijkerwijs onmogelijk zijn.
De centrale vraag van het onderzoek is: hoe moet het wonder dat in Lucas 7,11-17 wordt verteld, in het licht van bovengenoemde problematiek, verstaan worden? In de klassieke exegese, maar ook daarbuiten, is de aandacht met betrekking tot het wonder lange tijd vooral gericht geweest op de historiciteitsvraag. Er was nauwelijks oog voor de wijze waarop het wonder in het verhaal wordt verteld. Dat aspect staat in deze studie centraal.
Aangezien met Lucas 7,11-17 nog twee andere verhalen verbonden zijn, te weten het verhaal van de opwekking van de zoon van een weduwe in Sarfat bij Sidon door Elia (1 Koningen 17,17-24) en het verhaal van de opwekking van een dochter van een Romeinseconsul door Apollonius van Tyana (Vita Apollonii IV,45), schenkt de auteur ook aandacht aan deze twee teksten, met de bedoeling om nog scherper zicht te krijgen op het eigene van het wonder in Lucas 7,11-17.
Ter herdenking van Henk Leene
(ed. K. Spronk)
Henk Leene (1937-2014) was als hoogleraar Oude Testament aan de Vrije Universiteit vooral bekend om zijn diepgaande en fijnzinnige uitleg van Jesaja 40-55. Zijn aandacht verbreedde zich in zijn latere werk tot andere profetische en psalmteksten waarin de belofte van het nieuwe wordt verwoord. In deze herdenkingsbundel zijn twee belangrijke recente publicaties van zijn hand opgenomen die beschouwd kunnen worden als de vruchten van jarenlang onderzoek. Samen met een aantal beschouwingen van naaste collega’s naar aanleiding van het werk van Henk Leene geven zij een intrigerend beeld van de profetische boodschap over het nieuwe.
Het evangelie naar Johannes herlezen met een catechetische blik, dissertatie door Doddy van Leeuwen-Assink
‘Is het evangelie van Johannes te lezen als een curriculum voor de catechese voor hen die in de Paasnacht gedoopt zullen worden?’ Die vraag liet Doddy van Leeuwen niet los. Haar stelling is dat het Johannesevangelie catechese bevat, waar we tot op de dag van vandaag wat aan kunnen hebben in de catechese én de exegese. In deze dissertatie komt ze met overtuigende argumenten, ontleend aan een grondig onderzoek van de verhalen van de evangelist Johannes zelf. Die teksten las ze met exegetische en godsdienstdidactische blik. Dat leverde verrassende, nieuwe inzichten op. De consequenties van die ontdekkingen laat ze zien in een praktische uitwerking met: a) een exegese van Johannes 12 en b) een uitgewerkte catecheseschets over datzelfde hoofdstuk.
A Text-Linguistic Analysis of Ezekiel 33-39 dissertation by Young Bok Park
‘All the restorative events in Ezekiel’s prophecy of restoration highlight the fulfillment of God’s aim in his design of the future. The aim is for all participants ‘to know God’ by the renewed establishment of his presence on earth. To that end, God will himself vindicate his Name in the sight of the nations, and he will do so by recreating his people and his land to become eternally visible signs of his presence for all of the world.’ With those words concludes the author this impressive study of Ezekiel 33-39. The findings in this research document are based on a computer assisted analysis of the linguistic data in Ezekiel 33-39.
1 Koningen 3:1-15, 9:1-9 en 11:1-13: Een intertekstuele leesoefening, dissertatie door Rudy Van Moere
Waar brengt het lezen van een tekst de lezer? Hoe verlooopt het leesproces via de sturing door talige en literaire tekstelementen? Hoe gaat intertekstualiteit als specifiek leesproces in zijn werk? Welke ervaringen met eerder gelezen teksten worden ingebracht door de lezer die zich concentreert op bijvoorbeeld drie centrale teksten over Salomo? Op deze vragen geeft dit boek een antwoord. Via systematische taalkundige, literaire en intertekstuele analyses ontstaat er een meervoudig proces van kennisverwerving omtrent het gedrag van (de narratieve) Salomo, diens beeldvorming en queeste. Het resultaat is verrassend. Hij blijkt niet de vrome, ideale en wijze koning van Israël maar als Davids antipode een faraofiguur te zijn.
dissertation by Cor W. Notebaart
Metals played a key role in the development of the ancient civilizations in the Near East. This importance is reflected in the use of metals and their processing in metaphoric language. This study analyses the biblical metallurgical metaphors, clarifies terminology and the technical issues. The metaphors range from simple, one sentence constructions to complicated designs, encompassing a whole chapter. An example of the latter is Job 28 containing a complex source domain, including location of resources, mining, metallurgical processing and implied trading – and an equally intricate target domain, relating to wisdom. A key factor of metaphor is the tension between the source and target domains, which focuses attention and initiates reflection on the targeted topic. The metallurgical developments, on which these metaphors are based, were not isolated but occurred in intricate networks of material trading and exchange of technical know-how as clarified in a review of Near Eastern archaeometallurgy.
An Analysis of N. Winther–Nielsen and A.G. Auld on Joshua with Focus on Joshua 5:1 – 6:26, dissertation by Marieke E.J. den Braber
Professional Bible reading is an exclusive subject: it is a trade. The people who practise this trade professionally use respected research methodologies or develop their own. The Scottish scholar Graeme Auld and the Danish scholar Nicolai Winther-Nielsen did the latter. Their respective methods are very different, which was an extra reason to investigate these research methods. The central question is how the choice of data influences their method and analysis. An analysis and comparison of the methods of Winther-Nielsen and Auld for their respective readings of Joshua 5-6 shows their individual strengths and weaknesses. This study also explores what ‘stones’ the methods provide to ‘build’ a reading of the text in church and society, such as a sermon.
Een syntactisch georiënteerd bijbels-theologisch onderzoek naar de rol van de vrouwen in de Simson-cyclus (Richteren 13-16), dissertatie door Willien van Wieringen
Delila en de anderen. Wie gevraagd wordt naar de vrouwen in het levensverhaal van Simson, komt al snel op de naam van de vrouw die hem fataal geworden is. Maar wie die anderen zijn, blijkt lastiger te beantwoorden, terwijl toch ook zijn moeder, zijn bruid, de zus van de bruid en een hoer een rol spelen in het leven van Simson. Dit boek is de neerslag van een onderzoek naar de manier waarop waarop het levensverhaal van Simson (Richteren 13-18) is opgeschreven. Zorgvuldig kijken naar de taalstructuur en vertelstrategie is daarbij de weg om te achterhalen wat de verteller de lezer wil meedelen: wat is de theologische agenda van de verteller, en hoe heeft hij de vrouwelijke personages ingezet om die agenda bij de lezer te brengen? Naast de vijf vrouwen in het leven van Simson worden ook de andere vrouwen in het Richterenboek betrokken bij het onderzoek en lijnen getrokken van Aksa tot en met de meisjes van Silo.
door Archibald L.H.M. van Wieringen
This monograph contains a reader-oriented analysis of the book lsaiah as a whole. This research shows that the implied reader is manipulated by a reader-oriented book structure in which a single spatial décor, a single arrangement of time, the prophetic role of lsaiah as both character and discursor/narrator and the roles ‘king’ and ‘enemy’ in various manifestations occur.The research is completed by an examination of the reader-oriented consequences for the diachrony of the book lsaiah, which results in a fresh theory about the development of the book lsaiah.