Klaas Spronk,
Het boek Jona: Een overzicht van het recente onderzoek , 1-22.
Eep Talstra,
Tussen structuur en strategie: Tekstanalyse van Jona 1-4, 23-45.
Jopie Siebert-Hommes,
‘Een kikajonstruik om Jona te redden …’ (Jona 4:6): Compositie en interpretatie in het boek Jona, 47-58.
Tineke Drieënhuizen,
Jona in de herhaling, 59-70.
Jaap van Dorp
Enkele aantekeningen bij de vertaling van Jona 1:1, 71-80.
Piet van Midden,
Zingen met Jona, 81-89.
Klaas Spronk,
Hoe Jona uit de vis kwam: Jona 2:11 in de beeldende kunst, 91-100.
Klaas A.D. Smelik,
Mens en dier in zak en as: De bijfiguren in het boek Jona, 101-111.
Albert Kamp,
De dynamiek van verandering: Over de consequenties van een dynamisch godsbeeld in Jona 3:10, 113129.
Karel A. Deurloo,
‘Was dit niet mijn woord….’: Jona 4:2, 125-129.
Janet W. Dyk,
Als God twee keer vraagt: Overwegingen bij Jona 4:4-11, 131-138.
Bert Jan Lietaert Peerbolte,
Het teken van Jona als christologische typologie, 139-150.
Hans de Wit,
Lezen met Jona: Jona in intercultureel perspectief, 151-166.
Wim C. Delsman,
Het boek Prediker: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-24.
Aart Schippers,
De opbouw van het boek Prediker, 27-50.
Pius Drijvers,
Alles is lucht? De betekenis van het woord הֲֵבֵל in het bijbelboek Prediker, 51-61.
Klaas A.D. Smelik,
De rol van God in het boek Prediker, 63-75.
Niek A. van Uchelen,
Prediker in de Misjna: Prediker 1:5 en 4:12 als citaten, 77-80.
B.F. Drewes,
Prediker in Indonesië en elders: Contextueel uitgelegd, 81-93.
Dries Blokker,
Kohelet: Een wijze, maar ook een herder en leraar van het volk: Prediker 12:9-12, 95-101.
Klaas Spronk,
Prediker in de Nieuwe Bijbelvertaling: Een beschrijving, 103-115.
Jaap van Dorp,
Enkele aantekeningen bij de vertaling van Prediker 3:5A, 117-123.
F.J. Hoogewoud en Leo van den Bogaard,
Prediker / קֹהֶֶלֶת: Enkele notities bij Een vertaling om voor te lezen en een voorpublicatie van 3:1-9, 125131.
Henk Jagersma,
Het boek Numeri: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-28.
Egbert Rooze,
Amalek in Numeri: Amalek: de voorhoede van de gojim, 29-48.
Aarnoud Jobsen,
De Bileam-episode in het boek Numeri, 49-57.
Eep Talstra,
De priester, de naam en de gemeente: Bijbelse theologie als rollenspel, 59-68.
Cees Houtman,
Een absoluut gebrek aan vertrouwen in JHWH: Numeri 13 en 14, gezien door de ogen van de schrijver van Deuteronomium, 69-85.
Dick Boer,
Dure genade: Numeri 16:1-35, 87-96.
Irene Zwiep,
Verhalen of verzen, traditie of bronnen? Numeri’s woestijnverhalen in rabbijnse tradities, 97-110.
Willem A.M. Beuken,
De zegen van Aäron (Num 6:22-27): Zijn wederwaardigheden in de overlevering, 111-115.
Bernard Rootmensen,
De woestijn als metafoor: Pastorale en homiletische notities bij de woestijnverhalen uit Numeri, 117-134.
Joop Boendermaker,
Pasen in de woestijn: Numeri liturgisch gelezen, 135-138.
Klaas Spronk,
Het boek Richteren: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-36.
Hanna Blok,
‘En het land had veertig jaar rust’: De bewoners van Israël in het tijdperk van de Richteren, 37-53.
Piet van Midden,
Lees maar: er staat niet wat er staat. Verborgen theologie in Richteren, 55-63.
Henk Jagersma,
Geen andere goden: Richteren 3:1-6, 65-69.
Hans de Wit,
Lezen met Jaël: Op weg naar interculturele hermeneutiek, 71-96.
Klaas A.D. Smelik,
Gideon, held of antiheld? Karakterisering van een personage in het boek Richteren, 97-109.
F.J. Hoogewoud,
Simson Revisited: In memoriam Dr. Aleida G. van Daalen, leesmoeder in Amsterdam, 111-124.
Willien C.G van Wieringen,
Een dochter in de aanbieding (Ri. 15:2): De wederwaardigheden van de dochters in het boek Richteren als teken van verval, 125-138.
Uwe F.W. Bauer,
Richteren 17-18 als ‘anti-verhaal’ van teksten uit Genesis – 2 Koningen, 139-157.
Lidwied M.A. van Buuren,
Het raadsel van de ‘bijvrouw’ te Gibea in Richteren 19, 159-175.
Karel A. Deurloo,
In memoriam Ben Hemelsoet, 1-2.
Christiane de Vos,
De Psalmen – Een kleurrijk boek met een kleurrijk onderzoek: Aspecten van het recente onderzoek naar de Psalmen, 3-17.
Harm van Grol,
De strofische analyse van Psalm 26: Een visie op versbouw, 19-31.
Klaas Spronk,
Het raadsel van Palm 49: Enkele opmerkingen over vorm en inhoud, 33-45.
Eep Talstra,
Alle zegen komt van boven, ook als zij van beneden komt: Gedachten bij Psalm 87, 47-60.
Pierre Auffret,
‘Een die daar is geboren’: Structuuranalyse van Psalm 87, 61-70.
Niek A. van Uchelen,
Psalm 114: Vorm en functie, 71-78.
Karel A. Deurloo,
Liederen van opgang uit de ‘ballingschap’: De Psalmen 120-134, 79-87.
Thijs Booij,
Psalm 122: Liefde tot Jeruzalem, 89-102.
Cees den Heijer,
Psalmen in het Nieuwe Testament, 103-114.
Irene Zwiep,
Magie, poëzie, exegese, geschiedenis: Een verkenning van middeleeuwse joodse benaderingen van het boek Psalmen, 115-130.
Emmanuele Sipkema en Karin Lelyveld,
De regel van de H. Benedictus en het gebruik van de Psalmen: Een spiritualiteit van de psalmen, 131-137.
Christiaan Winter,
‘Zet de zang in!’De psalmen in de liturgie, 139-149.
Eberhard Bons & Erik Eynikel,
Hosea in de recente exegetische literatuur, 1-21.
Klaas Spronk,
Hosea als onderdeel van het boek van de twaalf profeten, 23-35.
Richtsje Abma,
Thora verzaken, land verlaten! Bijbels-theologische noties in het boek Hosea, 37-50.
Karel A. Deurloo,
Solidariteit en barmhartigheid, 51-60.
Janet W. Dyk,
Verbanning of vergeving? Hosea 1:6 in het licht van verbale valentie patronen, 61-73.
Cok den Hartog,
De Godsnaam in Hosea 1:9: Een commentaar op Exodus 3:14? 75-88.
Jopie Siebert-Hommes,
‘Want anders: ik zal haar naakt uitkleden’: Het gebruik van de huwelijksmetafoor in het boek Hosea, 89100.
Dirk Monshouwer,
Hosea in de liturgie, 101-114.
Joep Dubbink,
Eén boek, vele visies: Een overzicht van de stand van het onderzoek naar Jeremia, 7-31.
Frank H. Polak,
Twee redacties van het boek Jeremia uit de Perzische tijd: De Septuaginta en de Masoretische tekst, 3243.
K.A.D. Smelik,
Mijn knecht Nebukadnessar in het boek Jeremia: Een provocatie aan de lezer, 44-59.
Martin Kessler,
The Judgement-Promise Dialectic in Jeremiah 26-36, 60-72.
G.J. Venema,
De woorden van JHWH, de mond van Jeremia en de hand van Baruch: Jeremia 36:17-18, 73-79.
J.G. Amesz,
Grote stenen en een brief: Een vergelijking tussen twee teksten met een tekenhandeling in het boek Jeremia (Jer. 43:8-13 en 51:59-64), 80-98.
K.A. Deurloo,
Sporen van Jeremia in Genesis 18:14 en 37:35? 99-106.
B.P.M. Hemelsoet,
Wie zeggen de mensen dat de Zoon des Mensen is? Jeremia als antwoord, 107-125.
J. Mazurel,
Citaten uit het boek Jeremia in het Nieuwe Testament, 126-139.
Mary Phil Korsak,
Hebrew Word Patterns Retained in English: in Genesis 2:4b-3:24, 9-21.
G.J. Venema,
Brood at ik niet, water dronk ik niet: Deuteronomium 9:8,18, 22-25.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest ,
Bronverwijzingen in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (4), 26-41.
A.R. van der Deijl,
De functie van het thema ‘oorlog’ in het boek Koningen, 42-59.
Martin Kessler,
De scharnierfunctie van Jeremia 25:1-29: Tekst en context synchroon gelezen, 60-76.
A.J.O. van der Wal,
“Opdat Jakob weer Gods dienaar kan zijn”: Opbouw en achtergrond van Jeremia 30:5-11, 77-93.
K.A. Deurloo,
Literaire terugblik in Jona? 94-97.
K.A.D. Smelik,
Het plan dat niet doorging …: Gods verborgenheid in het boek Ester, 98-105.
Ben Hemelsoet,
Hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes …: Exodus 3:6 en de opwekking van de doden, 106-120.
Ype Bekker,
Johannes 21 als slot en sleutel van het evangelie: Een bijbels-theologische beschouwing, 121-132.
J.W. Wesselius,
Herodotus, vader van de bijbelse geschiedenis? 9-61.
K.A. Deurloo,
Eerstelingschap en koningschap: Genesis 38 als integrerend onderdeel van de Jozefcyclus, 62-73.
K.A.D. Smelik,
Correspondentie in ballingschap: De literaire en tehologische functie van Jeremia 29, 74-89.
N.A. Schuman,
Hosea 4:1-3: De schepping teruggedraaid? 90-105.
B.-J. Diebner,
Wann sang Debora ihr Lied? Überlegungen zu zwei der ältesten Texte des TNK (Ri 4 und 5), 106-130.
K.A.D. Smelik,
Nieuwe ontwikkelingen rond de inscriptie uit Tel Dan, 131-141.
H. Jagersma,
Opbouw en functie van Leviticus 1:1-9, 7-13.
K.A.D. Smelik,
Een ezel stoot zich in ’t gemeen …: Een verkenning van Numeri 22-24, 14-30.
Richtsje Abma,
Pioniers in het land: De dochters van Selofchad in Numeri 27:1-11, 31-47.
René G.J. Venema,
Israël en de talrijke volken: Deuteronomium 7, 48-55.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest,
Overlijdensteksten in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (3), 56-71.
K.A. Deurloo,
JHWH’s koninklijke terugkeer naar Sion en de functie van zijn knecht tegenover de Gola, in DeuteroJesaja, 72-80.
Klara Butting,
The Book of Esther: A Reinterpretation of the Story of Josef: Innerbiblical critique as a guide for feminist hermeneutics, 81-87.
Rochus Zuurmond,
Vlees en bloed van de mensenzoon: Opmerkingen bij Johannes 6:53, 88-96.
Ben Hemelsoet,
Een vader had twee zonen: De verhalen van het zaad van Abraham, op het Loofhuttenfeest (Joh. 8:30-37), 97-112.
Dirk Monshouwer,
“Staat op, laten wij vanhier gaan!” (Joh, 14:31): Een kleine oefening in de eenheid van het vierde evangelie, 113-126.
Saskia Ketelaar,
De ‘onvruchtbare’ moeders in de Hebreeuwse Bijbel, 7-19.
Monique Leygraaf,
Vreemdeling in Sodom: (Genesis 19:1-11), 20-30.
K.A.D. Smelik,
Lot tussen Noach en Abraham: Hergebruik van een verhaalmotief in Genesis, 31-37.
C. den Hertog,
De naam van de god van de profeten: Exodus 3:13-15, 38-61.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest,
Openingsformules in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (2), 62-86.
Bert de Wit,
Voorwerpen in de tempel: Een begeleidend motief in het boek Koningen, 87-105.
K.A. Deurloo,
Chulda’s profetie: Een collage van woorden uit het boek Jeremia (2 Koningen 22:15-20), 106-115.
J.W. Mazurel,
Het woord עץ in Ezechiël 37:16-20, 116-121.
Rochus Zuurmond,
De ‘overspelige’ vrouw, 122-130.
K.A. Deurloo,
Berseba: Genesis 21:22-34, 7-13.
A. Dicou,
Wanneer zegent Isaak Jakob? Interpretatie en vertaling van Genesis 27:23, 14-22.
J.C. Siebert-Hommes,
Hebreeuwse vrouwen brengen ‘leven’ voort: Exodus 1:19, 23-34.
Anne Marijke Spijkerboer,
Geheimzinnigheid en geheimenis in 1 Samuël 9-10, 35-41.
J.W. Wesselius,
Openbare en verborgen motieven voor handelingen in de verhalen rondom koning David, 42-64.
Anne Helmers-van Tricht,
Profeet tussen boer en koning: Jeremia 14:1-15:4, 65-77.
K.A.D. Smelik,
Text, Kanon und Tradition: Einige methodische Überlegungen, 78-83.
Ben Hemelsoet,
De Zoon des Mensen: De Heer van de sabbat, de knecht des Heren, volgens Mattheüs, 84-100.
D. Monshouwer,
‘Naar Efraïm genaamde stad’: Johannes 11:54, 101-112.
Rochus Zuurmond,
Schepping bij Paulus, 113-141
M. Kessler,
Boekbespreking [Uwe F.W. Bauer, כל הדברים האלה All diese Worte: Impulse zur Schriftauslegung. Expliziert an der Schilfmeererzählung in Exodus 13,17-14,31 (EH, 442), Frankfurt am Main u.a. 1991], 142-147.
K. A. Deurloo,
Hagar en Ismaël (Genesis 16 en 21), 9-15.
J.C. Siebert-Hommes,
Mozes – “vreemdeling” in Midjan, 16-20.
Bernd Jørg Diebner,
De besnijdenis van Mozes in het boek Exodus: Een geval dat om verklaring vraagt, 21-36.
Jan Heller,
Sjema‘ als fundament van “monotheïsme”? 37-44.
K.A.D. Smelik,
De weduwe uit Sarefat: De literaire functie van 1 Koningen 17:8-24, 45-56.
Stephan de Jong,
Het verhaal van Hizkia en Sanherib: 2 Koningen 18,17-19,37 / Jesaja 36-37 als narratieve reflectie op de Ballingschap, 57-71.
Yehoshua Gitay,
Oratorical Rethoric: The Question of Prophetic Language with Special Attention to Isaiah, 72-83.
A. Dicou,
De structuur van de verzameling profetieën over de volken in Jeremia 46-51, 84-87.
Ben Hemelsoet,
De Zoon des Mensen, die niet heeft dat Hij zijn hoofd neerlegge, die macht heeft op de aarde om zonden te vergeven, volgens Mattheüs, 88-102.
F.H. Breukelman,
De werkwijze van een evangelist: (Exegese van Mattheüs 26:1-2), 103-119.
Rochus Zuurmond,
Glossolalie op Pinksteren? Notities bij Handelingen 2:4, 120-128.
Gerda Elata-Alster & R. Salmon,
Midrashic Interpretation and the Discourse of Paradox: The “Two Creation Stories”: Genesis 1-2:4a and 24b-3:24, 129-143.
K.A.D. Smelik,
Vertellingen in de Hebreeuwse Bijbel: De benadering van het bijbelse verhaal door Palache, Beek en diens leerlingen, 8-21.
Frans H. Polak,
Het bijbels verhaal als palimpsest: Over de rol van de diachronie in de structurele analyse, 22-34
K.A. Deurloo,
Abraham, profeet (Gen.15 en 20), 35-46.
Jopie Siebert-Hommes,
Twelve women in Exodus 1 and 2: The role of the daughters and sons in the stories concerning Moses, 47-58.
H.-J. van Soest,
“Jullie broeders trekken ten strijde en jullie willen hier blijven?” Landtoewijzing voor het aangezicht van JHWH in Numeri 32, 59-76.
J. van Dorp,
De tempelrestauratie van Joas (2 Koningen 12): Het gebruik van een motief in het boek Koningen, 77-89.
A. Dicou,
Geen wijsheid meer in Edom: Jeremia 49,7 en Obadja 7-8, 90-96.
Ben Hemelsoet,
De verzoeking van Jesus in de woestijn, 97-116.
Leo van den Bogaard,
Vertalen van metaforen en vergelijkingen, met name in Hooglied, 117-135.