Inhoudsopgave
K. A. Deurloo,
Hagar en Ismaël (Genesis 16 en 21), 9-15.
J.C. Siebert-Hommes,
Mozes – “vreemdeling” in Midjan, 16-20.
Bernd Jørg Diebner,
De besnijdenis van Mozes in het boek Exodus: Een geval dat om verklaring vraagt, 21-36.
Jan Heller,
Sjema‘ als fundament van “monotheïsme”? 37-44.
K.A.D. Smelik,
De weduwe uit Sarefat: De literaire functie van 1 Koningen 17:8-24, 45-56.
Stephan de Jong,
Het verhaal van Hizkia en Sanherib: 2 Koningen 18,17-19,37 / Jesaja 36-37 als narratieve reflectie op de Ballingschap, 57-71.
Yehoshua Gitay,
Oratorical Rethoric: The Question of Prophetic Language with Special Attention to Isaiah, 72-83.
A. Dicou,
De structuur van de verzameling profetieën over de volken in Jeremia 46-51, 84-87.
Ben Hemelsoet,
De Zoon des Mensen, die niet heeft dat Hij zijn hoofd neerlegge, die macht heeft op de aarde om zonden te vergeven, volgens Mattheüs, 88-102.
F.H. Breukelman,
De werkwijze van een evangelist: (Exegese van Mattheüs 26:1-2), 103-119.
Rochus Zuurmond,
Glossolalie op Pinksteren? Notities bij Handelingen 2:4, 120-128.
Gerda Elata-Alster & R. Salmon,
Midrashic Interpretation and the Discourse of Paradox: The “Two Creation Stories”: Genesis 1-2:4a and 24b-3:24, 129-143.